Het boerenbedrijf

14 jaar geleden heeft Jérôme de boerderij van zijn vader overgenomen. “Die passie voor veeteelt en het boerenleven is mij met de paplepel ingegoten”, geeft Jérôme aan. Het familiebedrijf in het rustieke, heuvelachtige Ardennen landschap gaat dan ook al 3 generaties terug.

Jérôme boert biologisch uit overtuiging. “Ik gun mijn dieren een goed leven, waarbij de natuur leidend is. Het kan niet anders dan dat dit ook het beste is voor smaakvol kwaliteitsvlees.” Zo’n 280 runderen ervaren het goede zorgen op deze boerderij. Van half april tot half oktober lopen de dieren heerlijk buiten. In de winterperiode hebben ze een goed onderkomen in een moderne, ruime, vrije stal met strobed.

Groeihormonen zijn uit den boze op dit bedrijf, zo ook het onnodig gebruikt van antibiotica. “Alleen als een dier echt ziek is en niet zonder kan, maak ik een uitzondering voor antibiotica”, zegt Jerome. “Geen behandeling in zo’n situatie, terwijl je het dier beter kan maken, dat kan ik niet over mijn hart verkrijgen.”

De dieren

Ras is medebepalend voor de smaak, daarom lopen hier typische vleesrassen. Jérôme heeft gekozen voor de Blonde d’Aquitaine en Limousin vanwege de combinatie tussen goed vlees en afkalfgemak. Dit laatste legt Jérôme als volgt uit: “Er bestaan imposante vleesrassen waarbij een keizersnede regelmatig nodig is, maar dat geldt niet voor mijn rassen. Bij mijn rassen zijn de bekkens iets ruimer en de kalveren in verhouding iets kleiner waardoor de kalveren op een natuurlijke wijze geboren kunnen worden. Dat vind ik belangrijk.”

Ik vind het belangrijk dat de kalveren op een natuurlijke wijze geboren kunnen worden. Zowel voor de moeder als voor het kalf zelf. De moeders staan dan ook in een aparte stal, waar ze in alle rust het kalf kunnen dragen.

Verder zijn deze runderen makkelijk wat het opfokken betreft. Het zijn gezonde rassen die weinig problemen geven. Ze groeien snel en kunnen ook op een karig rantsoen goed leven. “Neemt niet weg dat we natuurlijk goed voor ze zorgen”, zegt Jérôme met een lach op zijn gezicht. Hun voeding bestaat vooral uit kuilvoer, mais en granen. Voor het kuilvoer en maïs is hij zelfvoorzienend.

Trots

Jérôme onderscheid zich doordat hij zijn bedrijf continue onder een eigen vergrootglas durft te leggen om te evolueren en kijken wat nog beter kan. Al met al kan hij alleen maar heel tevreden zijn. Jérôme straalt duidelijk uit dat hij plezier heeft in z’n werk. “Het zijn prachtige beesten om te zien. Ik kijk met trots hoe mijn dieren staan de grazen in het groene gras en een mooi, onbezorgd leven leiden. Dat is waar je het voor doet.”